Straatkunst wordt beschouwd als een van de grootste kunststromingen die enorm populair is geworden en zich snel blijft uitbreiden als artistieke stijl. Deze werken verschijnen voornamelijk in stedelijke, openbare omgevingen zoals de buitenmuren van gebouwen, snelwegviaducten en bruggen, en bepalen merkbaar het uiterlijk van veel buurten en steden over de hele wereld.
Straatkunst ontstond halverwege de 20e eeuw en is sindsdien uitgegroeid tot een van de grootste kunststromingen ter wereld. Het is ontstaan in grote Amerikaanse steden als New York en Philadelphia, maar heeft zich nu wereldwijd verspreid. Werken verschijnen in stedelijke landschappen – op gebouwen, bruggen, palen – en geven buurten vorm en definiëren stadsgezichten. Naamplaatjes op bendegebieden in New York in de jaren twintig en dertig markeerden de vroege wortels van graffiti. Muurschilderingen begonnen ook steden in Californië te versieren. In het New York van de jaren zestig, te midden van economische strijd, werden braakliggende terreinen en muren doeken. Kids in Spanish Harlem was een pionier op het gebied van innovatieve tags en muurschilderingen van hele metro's.
Het reflecteren op lokale kwesties werd centraal. Stijlen evolueerden van eenvoudige tags tot stickers, vezels en gigantische muurschilderingen. Politieke en protestkunst bloeiden, net als in het Berlijnse post-Wall. Internationaal gebruiken Banksy, Shepard Fairey en Blu straatkunst voor commentaar. In de openbare ruimtes worden op graffiti geïnspireerde werken tentoongesteld met geavanceerde technieken. Draagbare voorwerpen zoals stickers maken verspreiding mogelijk. Digitale tools verspreiden kunstwerken virtueel. Diverse locaties herbergen unieke regionale taferelen. De impact blijft bestaan terwijl straatkunst stadslandschappen opnieuw verbeeldt.
Het midden van de jaren zeventig markeerde een periode van evolutie voor straatkunststijlen. Baanbrekende kunstenaars uit deze tijd ontwikkelden unieke, ontworpen scripts voor hun pseudoniemen en bijnamen, en voerden 'gevechten' om erkenning te krijgen. Weinigen documenteerden destijds de ontluikende creatieve underground, maar fotograaf Martha Cooper was een van de meest prominente. In de jaren zeventig begon ze uitgebreid de opkomende straatkunstscene in New York en haar bijdragers te fotograferen. Cooper speelde een sleutelrol in de groei van de beweging door begin jaren tachtig haar boek "Subway Art" te publiceren. Haar paperback werd meteen een stijlgids en beïnvloedde treinschrijvers en graffitikunstenaars, niet alleen in de VS maar ook in Europa. Het legde een momentopname vast van de momentumopbouwende kunstenaarsgemeenschappen in New York die nieuwe expressieve mogelijkheden onderzochten buiten de gesanctioneerde galerijen. De documentatie van Cooper hielp het bewustzijn te vergroten van het innovatieve werk dat zich anoniem in de straten van de stad ontwikkelde.
In de jaren tachtig begonnen straat- en graffitikunst te integreren met ruimtes voor beeldende kunst. Kunstenaars als Keith Haring en Jean-Michel Basquiat, voortgekomen uit de bloeiende straatkunstcollectieven in New York, verleenden geloofwaardigheid aan het genre door hun openbare werken te vertalen naar galerijstukken. Sindsdien heeft de beweging haar plaats binnen de formele kunstwereld verstevigd. Hoewel straatkunst in veel stedelijke gebieden wereldwijd nog steeds illegaal is, is het onmiskenbaar een gevalideerd cultureel fenomeen geworden met invloed tot ver buiten de undergroundscènes. Het succes van Haring en Basquiat in prestigieuze instellingen hielp de performatieve, anonieme werken die anoniem in steden tot bloei kwamen, tot een gerespecteerde kunstvorm te verheffen. Hun cross-over maakte de weg vrij voor bredere erkenning en waardering van de creatieve bijdragen van straatkunst buiten de illegale oorsprong ervan. Het demonstreerde de kracht van het genre om discussies aan te gaan en uit te lokken, vergelijkbaar met gesanctioneerde kunstvormen.
Thema's en invloed van straatkunst
Hoewel straatkunst soms rebels van aard is door illegale plaatsing, heeft het doorgaans tot doel betekenisvolle sociale of politieke boodschappen over te brengen. Het zet aan tot nadenken en discussie over urgente kwesties. Veel kunstenaars gebruiken straatkunst als medium voor activisme en het vergroten van het bewustzijn rond belangrijke zaken als mensenrechten, milieubescherming en sociale rechtvaardigheid. Via toegankelijke openbare vertoningen vestigt het de aandacht op onderwerpen die anders misschien genegeerd zouden worden.
Diverse technieken en stijlen
Kunstenaars hanteren een enorm gevarieerd repertoire aan technieken in tijdelijke, guerrilla-achtige werken. Spuitverf blijft alomtegenwoordig voor het snel "taggen" van berichten. Straatartiesten gebruiken echter alles wat beschikbaar is als canvas, met behulp van stencils, stickers, posters, textiel, LED-displays, mozaïeken, videoprojecties en meer. De innovatie gaat door met nieuwe formats zoals 'yarnbombing', het heimelijk haken en breien van kleurrijke vezels in de openbare ruimte. Ongeacht de materialen transformeert het genre stedelijke omgevingen in openluchtgalerijen voor creatief commentaar op moderne kwesties.
Nu een fenomeen in steden over de hele wereld, geeft straatkunst via verschillende beeldtalen commentaar op lokale kwesties. Terwijl graffiti de nadruk legt op tekst, brengt straatkunst grafische ontwerpen en afbeeldingen over op sociale en politieke kwesties via niet-goedgekeurde maar toegankelijke platforms in gemeenschappen over de hele wereld. Hoewel straatkunst op sommige plaatsen illegaal is, is het ongetwijfeld een gevalideerde en bestudeerde mondiale culturele beweging geworden.