Herenondergoed, zoals tegenwoordig algemeen bekend door populaire stijlen als boxers en slips, lijkt pas ongeveer een eeuw lang op hun moderne vorm! Maar wat droegen oude volkeren onder hun kleding om door de geschiedenis heen steun en troost te bieden? Dit artikel bekijkt de evolutie van herenonderkleding, van de vroegste tijden tot de moderne stijlen die we vandaag de dag kennen, en onderzoekt hoe maatschappelijke behoeften en modetrends de verborgen binnenste lagen van herenkleding gedurende duizenden jaren hebben veranderd. Lees verder!
Volgens de Bijbel probeerden Adam en Eva, nadat ze God ongehoorzaam waren door van de verboden vrucht te eten, zichzelf te bedekken. Er wordt dus gezegd dat ze vijgenbladeren als hun eerste kleding hebben gebruikt. Hoewel vijgenbladeren het nieuwe bewustzijn van bescheidenheid van de mensheid vertegenwoordigden, boden ze waarschijnlijk weinig steun of troost. Toch dienden ze als de eerste poging van de mensheid om kledingstukken te ontwerpen nadat ze een staat van primitieve naaktheid hadden verlaten. Deze eerste kledingkeuze uit de natuur vormde de basis voor hoe uiterlijke kleding uiteindelijk zou evolueren naar op maat gemaakte binnenlagen die specifiek op de behoeften van mannen waren afgestemd.
Een van de vroegst gedocumenteerde onderkleding werd gezien in het oude Egypte. Koning Toetanchamon werd begraven met een overvloed aan fijngeweven linnen stroken, wat erop duidt dat ze als lendendoek of slip werden gebruikt. Mozaïeken uit de Romeinse oudheid tonen ook een soort stoffen brevet of supporter die door beide geslachten wordt gedragen onder tunieken en toga's. Archeologische vondsten geven aan dat het gebruik van eenvoudige stukken zachte stof als fundamentele onderlaag diende in veel samenlevingen voordat er aparte kledingontwerpen voor geslachten ontstonden. Naarmate culturen vorderden, evolueerden binnenlinnen om bescheidenheid aan te pakken en op maat gemaakt comfort, ondersteuning en hygiëne te bieden, passend bij de verschillende behoeften van mannen en vrouwen door de geschiedenis heen.
Tijdens de middeleeuwen in Europa waren losse linnen of wollen rijbroeken een populaire ondergoedstijl, waardoor de term ontstond die nog steeds wordt gebruikt. Deze dienden als bovenbeenkleding in plaats van als onderkleding. In het Renaissance-tijdperk werd nauwsluitende slang gemaakt van stof zoals linnen in de mode, waardoor een nauwsluitende laag ontstond. Net als bij rijbroeken, was een slang een buitenbroek die niet noodzakelijkerwijs bedoeld was om in laagjes te worden gedragen. In het oude Rome werden broeken in braccae-stijl gezien als een buitenlandse mode die als verwijfd werd ervaren, in tegenstelling tot mannelijke Romeinse tunieken. Terwijl culturen door de eeuwen heen veranderden, gingen de stijlen van het onderlichaam over tussen bovenkleding en onderkleding, beïnvloed door noties van bescheidenheid, praktische aspecten van slijtage en percepties van mannelijkheid, gedefinieerd door de heersende esthetiek van verschillende historische perioden.
De industriële revolutie maakte nieuwe efficiëntieverbeteringen in de textielproductie mogelijk. Een prominente stijl die in deze periode naar voren kwam, was het uniepak: een gebreid onderkledingstuk uit één stuk met knoopsluiting. Het vakbondspak werd voor de massa geproduceerd in fabrieken en had gewoonlijk lange mouwen die reikten van de polsen en benen tot aan de enkels. Dankzij een gedeelde stoelflap hadden gebruikers toegang tot lichaamsfuncties zonder zich volledig uit te kleden, wat het gemak ten goede kwam. Union-pakken boden volledige dekking van het lichaam en bedienden verschillende consumentensegmenten. Door gestandaardiseerde maatvoering en assemblagelijntechnieken werd het vakbondspak wijdverspreid geaccepteerd als betaalbare en praktische basiskleding. De opkomst ervan viel samen met maatschappelijke veranderingen als gevolg van de industrialisatie en verstedelijking aan het einde van de 19e eeuw.
Een populair onderkledingstuk dat vandaag de dag nog steeds wordt gedragen, is afkomstig van vakbondspakken: volledige thermische ondergoedsets die de romp en ledematen bedekken. Dit lange ondergoed wordt meestal geproduceerd als tops en bottoms en is ontworpen voor isolatie bij koud weer. Het is een basislaag voor activiteiten als skiën en ijshockey. Lang ondergoed kwam naar voren als praktische functionele kleding, aangepast voor koudere activiteiten en klimaten. De duurzame stofconstructie en volledige bedekking van het lichaam maken lang ondergoed tot een duurzame stijl binnen de ondergoedcategorie.
In 1934 creëerde Kneibler een nauwsluitend, beenloos onderkledingstuk met een overlappende gulpstructuur voor betere ondersteuning vergeleken met losse boxershorts die destijds verkrijgbaar waren. Het bedrijf van Kneibler bracht de innovatieve slips op de markt omdat ze de voordelen van de jockstrap opriepen en noemde ze 'jockeyshorts'. Het merk werd later bekend als Jockey, waarbij slips een basisstijl waren.
Boxershorts werden in de jaren negentig steeds populairder en combineerden de kenmerken van slips en boxershorts. Het aansluitende ontwerp omvatte beenopeningen voor bewegingsvrijheid, samen met nauwsluitende elastische taillebanden en heupomhullende snitten voor stevige maar comfortabele ondersteuning. Naarmate slim-fit kledingstijlen steeds populairder werden, voorzagen boxershorts in een behoefte aan onderkleding die de mobiliteit niet beperkte zoals slips, noch zichtbare contouren onder nauwsluitende buitenlagen zoals boxers.